Surfers, strand en allemaal beestjes - Reisverslag uit Quepos, Costa Rica van Charlottensteven Deschoolmeesterdenys - WaarBenJij.nu Surfers, strand en allemaal beestjes - Reisverslag uit Quepos, Costa Rica van Charlottensteven Deschoolmeesterdenys - WaarBenJij.nu

Surfers, strand en allemaal beestjes

Door: Charlottensteven

Blijf op de hoogte en volg Charlottensteven

24 Februari 2012 | Costa Rica, Quepos

Als we onze reisgids mochten geloven dan is Jaco zo’n beetje het Salou van Costa Rica, een plaats van verderf waar hitsige jongeren hun lusten komen botvieren en waar Imperial (Costa Rica’s Jupiler) zowat uit de kraan komt gestroomd...Niets is echter minder waar want wij ontdekten in Jaco een aangename surfbadstad waar het strand nog genoeg plaats bood om in alle rust van zon, zee en zand te kunnen genieten. Bij aankomst hebben we ons dan ook voor twee dagjes op de schitterende playa gesmeten in de wondermooie baai die het stadje omsluit. Heerlijk om bij 30 graden op het hete lavastrand een verkwikkende duik te nemen in het aangename water van de Stille Oceaan. En man, die golven, spectaculair hoog, mega om in te spelen al moest je wel voortdurend op je hoede zijn voor de verradelijke zeestroming. Ook het hostel waarin we verbleven viel best wel mee. Jawel het liep er vol van de surfboys en –girls maar eerlijk, ze waren allen zeer minzaam (ze leven dan ook echt voor hun sport) en hadden weinig tot geen wind in hun (bermuda)broek. Tja Jaco is wat het is en voor Costa Ricaanse authenticiteit hoef je hier zeker niet te komen. Vele kleine bars en restaurantjes, surfscholen, surfwinkels, souvenierbazaartjes en een hele resem bric-a-brac hostalletjes om al het enthousiaste surfgeweld te slapen te leggen. Dat is de lichtelijk anarchistische no-nonsens charme van Jaco. Hopelijk mag dit kustbadplaatsje nog lang zijn vrijbuiterscharme blijven behouden al valt hiervoor te vrezen want ook hier merkte je dat koning beton zijn tentakels aan het uitspreiden is. Langs de randen van Jaco verschenen reeds de eerste hoogbouwappartementen en ook in het hart van de baai is een baksteengigant erin geslaagd om een afschuwelijk uitzichtverpestend gedrocht neer te poten. Langs de kanten van de weg stonden ook tal van reclameborden die allerhande nog te bouwen megaresortcomplexen aankondigden en die bijgevolg niet veel goeds voorspellen. Gelukkig liggen momenteel heel wat van deze plannen door de mondiale economische crisis in het vriesvak wat Jaco en zijn environmentalisten toch nog enig respijt geeft om zich beter te organiseren. Laat ons dus hopen dat deze laatsten niet door de tijd ingehaald zullen worden.

Zo’n kleine 16 km van Jaco ligt het natuurpark Carara. Dit park waar de droge en de vochtige regenwoudbossen samen met hun desbetreffende flora en fauna met elkaar in contact komen herbergt een van Costa Rica’s opmerkelijkste diertjes genaamd de ‘scarlet macaw’. Deze bontgekleurde papegaaisoort is werkelijk adembenemend mooi. Zijn rode lijf, zijn blauwgeelgroene veren en zijn sneeuwwitte oogkringen...Prachtig. Wij hadden het geluk om dit fantastische dier reeds enkele malen te kunnen zien. Een keer vloog er eentje over toen we op de bus richting Jaco zaten, in het park zelf hebben we een broedend koppeltje van heel nabij kunnen observeren en de laatste keer dat we er twee zagen zaten ze in een boomtop op nog geen honderd meter vam onze hostel! En dan zit een mens al 16 km op een bloedhete overvolle bus te zweten om een glimp te kunnen opvangen van dit Costa Ricaanse natuurwonder om uiteindelijk vast te stellen dat het beestje aan ‘home deliverance’ doet! Maar toch ’t is hen allemaal vergeven want ze zijn toch zo mooi meneer. Nu, behalve de macaw vielen er nog heel wat andere diertjes en plantjes te bewonderen in het Cararapark. De trails waren dan wel aan de heel korte kant, toch hadden ze heel wat natuurschoon in hun mars. We zagen mooie rode litterskinken, Jezus Christushagedissen (die over het water wegvluchtten), enkele leguanen, een paar agouti’s of guatusa’s ( kruising tussen een rat, een eekhoorn en een biggetje), prachtige vlinders, kleurrijke insecten en nog een hele resem ijverige miersoorten. Ook hoorden we een nest brulapen van heel nabij van hun tap maken maar weerom hebben we ze (nog) niet kunnen zien. Veel geblaat maar weinig apenwol dus. Nu ja, wat niet is kan nog komen en los van dit was een bezoek aan dit kleine natuurparkje toch wel meer dan de moeite waard. Onze wildlife determineerkaarten geraken zo stilletjesaan volgemarkeerd.

Vanuit Jaco trokken we verder richting Quepos, dit dorpje is zowat de toegangspoort tot ’s lands beroemdste natuurpark Manuel Antonio. Quepos zelf dat geprest ligt tussen de Stille Oceaan en de kustregenwouden lijkt nog het meest op het fictieve smerige junglegangsterstadje ‘Batida de Oro’ waarin Lambik terechtkomt nadat hij zich door Teofiel Boemerang een stukje regenwoud liet aansmeren in het album ‘De bezeten bezitter’(leuk verhaal trouwens). Houten of slordig gebetoneerde ‘verandahuizen’ met golfplaten daken, smerige straten met stinkende riolen, oerwoud en oceaan op de achtergrond, een paar ongure ruige plantagewerkers, verwarrende electriciteitsbedrading en overal rommelige uithangborden...dat is de charme van Quepos and we like! Nog een gordeldier dat in de straten op zoek is naar iets lekkers en het plaatje zou compleet zijn. Morgen bezoeken we Manuel Antonio, het Mekka van de junglenatuurliefhebber hier in Midden-Amerika, op naar de volle determineerkaart dus!

Bij vijvendertig graden en een stralende zon aan de rand van het zwembad je indrukken mogen neerschrijven over de afgelopen dagen... Er zijn minder aangename manieren om het carnavalsgemis te verwerken. Enfin, gisteren bezochten we dus Manuel Antonio en de gevoelens zijn gemengd. Op vlak van beesterij hadden we werkelijk ogen tekort. Hoe zoveel verschillende diersoorten op zo’n kleine oppervlakte samen kunnen leven blijft voor ons een facinerend raadsel. Het kan haast niet anders of Noa’s ark moet hier ergens gestrand zijn. Voor de natuurmensen hier alvast een te googelen lijstje: squirrel monkeys, howler monkeys, white-troated capuchins, white-nosed coatis, northern raccoons, brocket deers, three-toed sloths, black ctenosaurs, brandsford’s litter frogs, litter skinks, turkey vultures, great tinamous, common pauraques, groove-billed anis, fiery-billed aracaris, heremit crabs, roseate skimmers, black tipped dragonflys, crablike spiny orb-weavers, eastern dobsonflys….. Jazeker, onze determineertabellen hebben hun nut meer dan bewezen! Natuurlijk is niet elk beestje even spectaculair, maar he, niets leukers hier dan in alle stilte door het woud te slenteren om dan plots weer op een dierenverrassing te stoten. En vanzelfsprekend zijn er onze lievelingetjes. De mama luiaard met haar jong, de verschillende apensoorten, de wasbeertjes, de aracari (soort toekan) de leguanen en de neusbeer waren dan ook echte toppers! Kortom, een beestige ervaring. Maar... Manuel Antonio heeft ook een veel minder fraai kantje, ja zelfs een hypocriet trekje want ook hier wordt de ‘eco’ van het verkeerde achtervoegsel voorzien. Het park dat voor een karakteristiek stuk op een klein schiereilandje aan de Stille Oceaan gelegen is heeft namelijk ook een wondermooie strandzone met ragfijn goudgeel zand. Een droomlocatie dus voor zonnekloppers en bijhorend strandtoerisme. En daar wringt nu net het schoentje. Het is er absurdelijk toegestaan om dit strand vrij te gebruiken met als gevolg dat het park dagelijks overspoeld word door horden zon, zee en zandtoeristen. Op zich is er niets mis met deze vorm van toerisme alleen is het wat ongelukkig dat men dit net hier in het natuurpark toelaat. Vooral als je weet dat er naast het park een schitterend uitgebouwde strandzone is met alles wat je je als dagjesmens maar kunt wensen: parking, ligzeteltjes, winkeltjes, restaurants, cafes.....De gevolgen van deze vreemde vorm van natuurexploratie laten zich dus al raden. Door het massatoerisme wordt de natuurlijke rust hier meer dan verstoord waardoor de meeste beesten dieper in het woud zijn weggevlucht. Bovendien laten er heel wat toeristen hun spullen onbewaakt liggen op het strand en dat hebben de wasberen, coatis en capucijnaapjes natuurlijk al heel vlug in het snotje. Opportunisten als ze zijn laten ze deze kansen niet aan hun uiterst scherpe neus voorbijgaan waardoor ook wij achter een stel wasberen hebben moeten rennen om de camera en de picknick van een Frans koppeltje uit hun klauwen te redden. Klinkt grappig misschien. Minder grappig echter is het feit dat er jaarlijks meer dan honderd capucijnaapjes sterven door deze verkeerde vorm van voedingsvergaring (maagproblemen, infecties, eenzijdig voedsel, en een hoop plastic in hun darmen....) Walgelijk wordt het als je weet dat er op de koop toe nog idioten zijn die deze beesten moedwillig voederen om een mooie foto te kunnen nemen (met alle gevolgen vandien). Neen, alles heeft zo zijn plaats en een hypocriete combinatie tussen natuurbescherming en massatoerisme onder de sussende benaming van het modewoord ‘ecotoerisme’ kan alleen een slecht idee zijn dat ingegeven werd door de vele centen die hiermee verdiend kunnen worden. Elke ‘bezoeker’ aan het park betaalt immers 10$...Tja, dan weet je wel hoe de geldvork hier aan de ecosteel zit.....

De foto's vind je zoals gewoonlijk op: https://picasaweb.google.com/106848438480431269504

  • 24 Februari 2012 - 02:23

    Charlottensteven Deschoolmeesterdenys:

    Beste Hilde en co,

    Bedankt voor jullie reactie, hopelijk vinden jullie dit nieuwe tekstje ook interessant. Groeten aan de dames op de Sint-Kwintensberg en we zijn al benieuwd naar de foto's,

    Steven en Charlotte

  • 26 Februari 2012 - 08:50

    Rooie Annie:

    Prachtige foto's en een toffe tekst om te lezen,leuk al die beestjes,tot gauw eens xxx...........

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Costa Rica, Quepos

Charlottensteven

Actief sinds 12 Sept. 2011
Verslag gelezen: 2515
Totaal aantal bezoekers 84059

Voorgaande reizen:

16 September 2011 - 11 Juli 2012

Amerika

Landen bezocht: