De mijnwerkers van Potosi
Door: Charlottensteven
Blijf op de hoogte en volg Charlottensteven
28 Mei 2012 | Bolivia, Potosí
Zo spectaculair als de omgeving van Zuidwest-Blolivia is op natuurlijk vlak, zo hallucinant is Potosi op sociaal, economisch en historisch vlak. Even terug in de tijd hiervoor.
De geschiedenis van Poptosi begon met de grootste flater die indiaan Hualpa in zijn hele leven maar kon maken. In 1545 verklapte deze immers aan de Spaanse avonturier en conquistadores Centano dat er in de Potosiberg wel het een en ander te rapen viel. De Spanjaarden kwamen, zagen en ontgonnen...Potosi werd zodoende letterlijk de inkomstenberg waarmee het Spaans Habsburgse Keizerrijk zijn prachtige (barokke) steden en paleizen kon uitbouwen ( o.a. het Escorial in Madrid), zijn (godsdienst)oorlogen kon financieren, zijn machtige vloot (de Armada) kon onderhouden maar zichzelf eveneens naar de rand van het bankroet kon brengen. Karel V gaf de stad de titel van Keizersstad (de enige buiten Europa) en een wapenspreuk die geen verdere uitleg behoeft: “Soy el rico Potosi. Del mundo soy el tesoro. Soy el rey de los montes. Envidia soy de los reyes.” Duizenden liters slavenbloed vloeiden (zes miljoen indianen en zwarten stierven in de mijn) opdat duizenden tonnen zilver naar het Europese moederland konden vloeien. El Cerro Rico, de rijke berg zoals de Spanjaarden de Potosiberg noemden had even goed el cerro sangro, de bloedberg kunnen heetten....
‘Argent’ maakt niet gelukkig, en dat zullen ze achteraf in Spanje wel geweten hebben! Verblind door het succes van hun zilverberg werkte de Spaanse Monarcie zich al even diep in de schulden als haar mijn zelf. Zodoende waren het vooral ‘aasgierlanden’ zoals Frankrijk, Engeland en Holland die het succes van Potosi wisten te verzilveren. Gedurende drie eeuwen werd de ondergrond van Potosi leeggezogen. De stad boomde en telde rond 1672 een tweehonderdduizendtal inwoners waarmee ze op dat moment net zo groot was als Londen en zelfs groter dan Parijs! De mijn kende talloze gangen en meer dan duizend mineurs werkten zich dagelijks als mieren in het zweet om de kostbare ‘plata’ tot bij het daglicht te brengen. De aanvoer van dit kostbare materiaal naar het Oude Continent was dusdanig massaal (45.000 ton in drie eeuwen tijd waarvan 9.000 ton rechtstreeks naar de Spaanse Kroon) waardoor Europa voor het eerst in haar geschiedenis geconfonteerd werd met het fenomeen van inflatie dat vervolgens aan de basis lag van het vroegkapitalisme. Een eeuw na de ‘ontdekking’ van Potosi bevond het meeste zilver zich ironisch genoeg dan ook in de handen van de Spaanse erfvijanden en was het Spaanse Rijk zo goed als failliet.
Of hoe een zilverdubbeltje rollen kan....
Potosi en haar mijn
Bon, tot hier de geschiedenis, over de huidige stad zelf nu. Potosi is een hele aangename en mooie stad met een prachtig historisch centrum van smalle straatjes, koloniale huizen, leuke pleinen, een twintigtal schitterende barokke kerken en enkele leuke mercado’s. Waar je ook maar gaat of staat in deze stad, overal zie je de machtige Cerro Ricco boven dit alles alles uittornen. Spectaculair! Heel aangenaam dus, toch wat betreft het centrum van Potosi. Wannneer je je echter meer naar de buitenwijken begeeft waar vooral de mijnwerkers wonen dan krijg je jammer genoeg een heel ander beeld van Potosi te zien. Hier geen koloniale pracht meer, enkel nog bitterharde arbeidersellende waar onze Louis Paul Boon een vette kluif schrijfmateriaal aan zou hebben. Om dit alles beter te begrijpen weer even in het verleden duikelen. Aan het begin van de 19e eeuw was de Cerro Ricco een grote gatenkaas geworden waarin het steeds moeilijker werd om nog grote hoeveelheden zilvererts te vinden. Bovendien werden er andere plaatsen ontdekt waar er eveneens zilver te vinden was (Peru, Mexico...). Potosi liep leeg en de stad gleed weg in het verval. Ook de plotse heropleving door de ontdekking van tin was slechts van korte duur. Net zoals de zilverontgining bleek ook de tinbouw namelijk niet (meer) rendabel te zijn. De Boliviaanse staat zag de bui al vlug hangen en ‘schonk’ de berg weg aan de mijnwerkers. Hierbovenop moedigde ze de mijnwerkers aan om toch in de mijnen te blijven werken en eigen mijncooperatieven op te richten. Een vergiftigd cadeau want in feite is de zilverberg vandaag de dag niet meer dan een grote ertsenstorthoop waarin de mineurs met de moed der wanhoop op zoek gaan naar ‘dat grote geluk’ om alsnog een dikke zilverader te vinden. Bovendien moet elke mijnarbeider -ondanks zijn lidmaatschap bij een van de 120 cooperatieven- zijn eigen materiaal zoals dynamiet, werkkledij, gereedschap, helm, verlichting.... bekostigen waardoor hij er aan het einde van zijn dagdagelijkse steenwagonritjes haast niets aan overhoudt.
Tijd dus voor ons om dit alles eens van een beetje dichterbij te gaan bekijken. We boekten een mijnbezoek bij het agentschap ‘Koala’ omdat dit agentschap uitdrukkelijk vermeldt dat het 15% van haar inkomsten aan de arbeiders schenkt. Met een busje werden we tot bij hun kleedkot gebracht waar we een mijnwerkersuitrusting aangemeten kregen. Vervolgens brachten we eerst een bezoek aan de mijnwerkersmarkt. Op deze markt kopen de arbeiders namelijk hun materiaal alvorens ze aan hun mollenwerk beginnen. Dynamiet, ontstekers, springstofversterker, koplampen, helmen, drilboren, houwelen...al het mogelijke gereedschap werd er openlijk verkocht. Bovendien kun je er niet alleen werkspullen krijgen, ook alcohol (Ceibo 96%), sigaretten, cocablaadjes, bier en frisdrank behoren tot de dagelijkse werkuitrusting van de mineur. Waarom dit zo was zou ons al heel vlug duidelijk worden...Door de gids werden we ook gevraagd om enkele van deze zaken voor de mineurs als gift te kopen, een aankoop waar we achteraf allerminst spijt van zouden hebben! Na een kort bezoek aan een verwerkingsfabriekje waar we konden zien hoe de ersten via een uiterst giftige chemische filtratie uit het steengruis gefilterd worden kon ons echte mijnbezoek beginnen...
Mens, wat was dat...de hel, het inferno, de speelplaats van Beelzebub, de apocalyps in volle bedrijvigheid.... alles ineen. Voor iedereen die het stripverhaal ‘de hellenstokers’ van Jommeke gelezen heeft, wij zijn daar echt geweest! Via allerhande uiterst nauwe -slechts met houten balkjes en stenen muurtjes onderstutte- tunnels en gangetjes kropen we dieper en dieper in dit onverlichte duivelshol. Dappere Charlotte kwam in het claustofobische demonenhol dat deze plek was trouwens meerdere malen zichzelf tegen, maar hield vol. Echt sterk van haar! Kruipen, klauteren, wringen en wrikken om je in de modderige mijngangen een weg naar beneden te banen...Pure waanzin! Behalve de extreme temperatuursverschillen en de aanwezige zwavelafzetting met de bijhorende dampvorming die het ademen er uiterst moeilijk maakten, moesten we ook telkens weer oppassen dat we niet onder de volgeladen steengruiswagonnetjes terechtkwamen die onbegrijpelijk genoeg voortgeduwd werden door jongeren van soms nog maar net 15 jaar. Daens in het kwadraat! Op een bepaald moment bevonden we ons trouwens in een beklemmende ertsholte waar de temperatuur op zijn minst 35 graden was en waarin een vijftal mannen zich letterlijk het water uit het lijf werkten. De situatie werd bovendien een beetje benepen toen het wagonnetje dat ze gevuld hadden van de rails sukkelde (iets wat waarschijnlijk dagelijs gebeurt aan de erbarmelijke staat van hun materiaal te oordelen) waardoor het gangetje om uit deze krocht te geraken even afgesloten was. Bangelijk! En dat te bedenken dat de arbeiders zo’n acht uur per dag in dit hellegat doorbrengen waarbij er sommigen telkens weer tot 45kg stenen op hun rug naar boven moeten sleuren...Ja dan wordt het wel duidelijk waarom deze slaven van Lucifer hun troost en steun zoeken in sigaretten, coca en alcohol! De gemiddelde maximumleeftijd van een mijnwerker ligt bovendien bedroevend laag op slechts 45 jaar. Als men tegen dan nog niet verongelukt of aan stoflong bezweken is. Ja, voor ons was het duidelijk, hier wordt er niet gewerkt, hier wordt er slechts langzaam gestorven... El Tio de beschermheilige van de mijnen heeft niet voor niets een gehoornde kop. Satan wil nog steeds bloed in ruil voor het beetje zilver dat er nog rest...
Fiesta del Espiritu
Nog zwaar onder de indruk van wat we gezien hadden werden we terug naar het kleedkot gebracht. Daar aangekomen vertelde onze supersympathieke en zichzelf tot universitair geschoolde gids opgewerkte Rolando dat er op zaterdag een belangrijk feest bij de mijnen gevierd werd. Die dag immers zouden er bij alle mijningangen meerdere lama’s geofferd worden ter ere van Pachamama. Een unieke kans dus om dit spirituele feest bij te wonen. En ja, het zou een van de meest buitengewone ervaringen van onze reis worden! Zoals de dag voordien kochten we weer enkele spullen (coca, sigaretten, alcohol) om bij wijze van respect aan de arbeiders te schenken. Met een busje werden we naar de mijningang gebracht waar er reeds vier lama’s klaarstonden. Nadat men deze de keel had overgesneden werd het verse bloed tegen de wanden van de ingang en de omkleedhokjes gekwakt. Eveneens kreeg iedere aanwezige een veeg lamabloed op de wangen gesmeerd. Klinkt gruwelijk allemaal maar na wat we aan menselijk leed gezien hadden moeten we toegeven dat dit ons niet zo heel veel meer deed. Nu, echt feesten vieren zoals wij dat kennen werd er die dag niet gedaan. Het ging immers om een ritueel feest, wat een heel andere dimentie heeft. Hier werd geen muziek gespeeld. Hier werd niet gedanst. Hier werd er haast niet gelachen...Het enige wat men deed was coca kauwen, alcohol drinken en rustig praten met elkaar. De hoofdbedoeling van het Fietsa del Spiritu in het mijnwerkersmilieu van Potosi is dan ook de gunst afdwingen van Pachamama onder de vorm van een bloedoffer hetgeen gevolgd wordt door een gezellig samenzijn waarbij ‘het delen’ met elkaar (en met gelijk welke aanwezige) centraal staat. Man, man, niet te geloven hoe vrijgevig, tolerant en sociaal deze uiterst arme mensen zijn! Wij als gringo’s mochten geheel vrijelijk deelnemen aan hun feest zonder dat we als buitenstaanders aanzien werden! Ja, ook wij kregen drank, coca en sigaretten aangeboden en ja, ook wij mochten aan de gesprekken deelnemen. Buitengewoon tof en joviaal! Het heeft bovendien wel iets (surrealistisch) om tussen de lama-organen en de weggesmeten bierblikjes met een uiterst intelligente mineur een diepgaand gesprek te hebben over ecologogie en de mondialisering!
Na het doden van de lama’s werden de beestjes van hun huid en organen ontdaan. De huid zou later verwerkt worden tot wol en de organen zouden op het einde van het feest ritueel begraven worden. Het vlees werd in grote stukken gesneden en vervolgens op een golfplaat gebraden. Ook maakten enkele mineurs twee grote steenovens waarin ze hele zakken aardappelen kieperden die door de warmte van de stenen gaar gestoofd werden. Tegen de avond wanneer de vlees-en aardappelmaaltijd klaar was kreeg elke aanwezige (dus ook de buitenstaanders) een plastic zakje cadeau met daarin een grote homp gebraden lama, een beetje groentjes en enkele patatten in de schil. Onvoorstelbaar hoe mensen die zelf haast niets hebben toch zo vrijgevig kunnen zijn....Hier kunnen wij uit het Westen nog heel wat van leren.
Ja, de mijnen in Potosi mogen dan al de voorgeborgten van de hel zijn, ze worden bevolkt en bewerkt door engelen...
El Mercado del Suerte
Bolivia is het land waar het onmogelijke nog mogelijk is. Dat werd toch bewezen door wat we vandaag te zien kregen. We bezochten namelijk ‘El festival de las miniaturas’ hier in Potosi. Een grote markt akka kermis waarop in allerhande kraampjes tal van miniatuurspulletjes verkocht werden. Minimeubeltjes, minigereedschap, speelgoedgeld, miniatuurhuisjes, poppenkleren, minidiploma’tjes, minipaspoortjes...enzovoort. Eveneens waren er naast de traditionele eet-en drinkkraampjes op deze foor ook enkele kermisachtige (semi-)kansspelattracties zoals tombola’s, ballo smito’s, schietkramen en visputten...Toch weer wat vreemd allemaal...Tot ook onze frank viel. Deze markt was niet zomaar een themamarkt voor modelbouwliefhebbers, neen, het ging hier om een ware hekserij- en afgoderijbeurs waarbij de gekochte miniatuurvoorwerpen door de marktkramers/heksen gezegend werden als symbolische weergave van zaken waarvan de koper hoopte ze ooit in de werkelijkheid te verkrijgen. Of anders gezegd, deze voorwerpjes moesten het geluk (la suerte) een duwtje in de juiste richting geven. Bovendien kon je ook overal beeldjes kopen van een vadzige, dikke knalgroene kikker die omgeven was met goudenstukken. In Bolivia het symbool van de rijkdom die Pachamama in zich draagt en waarin iedereen wel een stukje wil delen. Hocus Spocus Spats ik wou dat ik een huisje had.... Geen probleem op deze markt, je koopt gewoon een minihuisje, je laat het met wat wierook en een beetje tralala zegenen en hop, klaar is kees! En dat allemaal in de 21ste eeuw! Echt, dit bizarre land blijft ons verbazen...Hopelijk (haha) meer van dat.
Dus toch misschien nog snel een miniatuurweergave van Bolivia kopen!
https://picasaweb.google.com/106848438480431269504
-
28 Mei 2012 - 15:44
Charlottensteven Deschoolmeesterdenys:
Even een waarschuwing: de foto's van het lamafeest zijn niet geschikt voor gevoelige kijkers en grote dierenvrienden... -
28 Mei 2012 - 15:44
Charlottensteven Deschoolmeesterdenys:
Even een waarschuwing: de foto's van het lamafeest zijn niet geschikt voor gevoelige kijkers en grote dierenvrienden... -
28 Mei 2012 - 17:47
Hilde Van 't Schole:
Het boeiende verhaal, de prachtige foto's... 't is net of we er ook een beetje bij zijn! Ja Charlotte, je verdient zeker een pluim om niet te zeggen een hele kip! Mij zouden ze voor geen goudstuk die mijnen in krijgen. Chapeau!!! Kan niet anders dan dat Steven trots is zeker na het zien van de foto's achteraf! Niet te doen gewoon. Jullie beleven echt 'rijke' dagen! Wij hebben hier uitzonderlijk zonnige dagen. De kust barst van de toeristen en 't is voor velen genieten!!! Zie al uit naar jullie volgende belevenissen! Groetjes! Hilde en co -
28 Mei 2012 - 20:03
Rooie Annie:
Om op slag socialist te worden xxxx............ -
29 Mei 2012 - 15:17
Kris Strubbe:
Het ontroert me toch wel, zo'n armoede en toch zo vriendelijk en open. Men kan hier nog veel leren van deze mensen. Hopelijk gaan hun kinderen een betere toekomst tegemoet, maar vrees ervoor...
was dat lamavlees lekker?
Ammuseer jullie :-) -
30 Mei 2012 - 01:29
Charlottensteven Deschoolmeesterdenys:
Hallo aan ieder die gereageerd heeft,
We zijn blij dat we via deze weg onze ervaring in verband met de schrijnende situatie in Potosi met jullie hebben kunnen delen. Misschien is het op blog zetten van dit soort verhalen slechts een druppel op een hete plaat, maar naar onze mening is het toch beter dan niets doen...
Oh ja, Kris, lamavlees smaakt best nog wel lekker :-) -
30 Mei 2012 - 21:40
Papa Paul:
prachtige fotos van de Salar,waarlijk een topper
horror in de zilvermijn
geniet nog verder en zorg goed voor elkaar -
31 Mei 2012 - 17:00
Delphine:
Dag meester Steven en Charlotte,
De foto's zijn super mooi maar naar die van de lama's heb ik niet gekeken hoor.
Miro en Joran hebben hun spreekbeurt gedaan over Peru en daar zijn jullie toch al geweest.we kijken er al naar uit dat jullie terug zijn en dan kunnen jullie alle verhalen vertellen. We blijven jullie blog zeker volgen!!!
Groetjes
Delphine en familie -
02 Juni 2012 - 13:28
Charlottensteven Deschoolmeesterdenys:
Hallo Delfien en familie,
Fijn te zien dat jullie ons nog steeds als echte die-hard fans blijven volgen! We zijn inderdaad in Peru geweest en dat was een mooi en boeiend land. We zijn er dan ook zeker van dat de spreekbeurt van Joran en Miro super was!
Voor jullie zit het schooljaar er bijna op. Mens toch wat gaat de tijd snel!
We wensen jullie daarom nu al heel veel succes voor de aankomende proeven.
Heel veel groeten
Meester Steven & Charlotte
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley